Jacques van Rooijen Photography

portfolio

22 januari 2016

FOTOBOEK OVER CUBA

Schermafbeelding 2015-12-07 om 3.25.41 p.m.

Mijn reis naar Cuba heeft dit boek opgeleverd. Geen idyllische plaatsjes maar de rauwe werkelijkheid van Cuba anno 2015. Het boek bevat ruim honderd foto’s en drie korte verhalen over het leven op Cuba. Al bladerend en lezend krijgt de lezer een beeld van de erfenis van Fidel Castro.

LEZING CYCLUS OVER CUBA

Op dinsdag-avond 16 februari en woensdag-ochtend 17 februari houd ik een lezing over Cuba en mijn reis over Cuba in het theater van Bibliotheek Hilversum aan de ’s Gravelandseweg. Tijdens de lezen ga ik in op het leven in Cuba, de recente ontwikkelingen, het reizen over Cuba en natuurlijk over fotograferen op Cuba. Het eiland leent zich bij uitstek voor mooie plaatjes, hoewel tegelijkertijd het gevaar op de loer licht Cuba als cliché neer te zetten. De sigaren rokende oma’s en de chevrolets uit de jaren vijftig nodigen daar zeker toe uit, maar staan ver van het dagelijks leven van de Cubanen.

Dinsdag-avond 16 februari om 19.30 en woensdag-ochtend 17 februari om 10.00 Bibliotheek Hilversum ’s Gravelandseweg 55 –  Telefoon:035 621 2942

STEUN UITGEVEN IN EIGEN BEHEER

Ik wil mijn boek graag in eigen beheer uitgeven. Daarvoor ben ik op zoek naar supporters.  Bekijk het boek online via deze link Fotoboek Cuba 

U kunt me steunen om deze uitgave te realiseren. Elke financiële bijdrage is welkom. Wil je het boek bestellen dan vraag ik een minimale bijdrage van € 30,-. Daarvoor ontvang je dit prachtige fotoboek over Cuba met enkele bijzondere reistips. Bijdrage van € 10,- worden beloond met een digitale foto naar keuze uit de Cuba serie. Vind je dat dit boek een uitgave verdient dan mag je natuurlijk ook een groter bedrag overmaken. Elke steun is van harte welkom. Je kunt je bijdrage storten op:

Stichting Artefacts
NL79 INGB 0006557835

o.v.v. Boek Cuba


Einde van een tijdperk?

15 april 2015

Zelfs de meest fervente, doorgewinterde socialist kan onmogelijk blijven volhouden dat de revolutie op Cuba geslaagd is. Het Fidel experiment zal het nog wel even volhouden, maar de meeste Cubanen zijn het zat. Het Castro regiem legitimeert haar macht, ook na ruim vijftig jaar, vooral op ba-sis van gratis onderwijs en gezondheidszorg. In de jaren ’60 -’70 van de vorige eeuw kon je daar de sympathie mee winnen van linkse intellectuelen in vooral Europa. Maar de tijden zijn veranderd en Cuba heeft naast de verworvenheden van de revolutie nauwelijks een stap voorwaarts gemaakt. En Obama’s toenadering  zal niet meteen ‘ prosperity’ brengen. De gewone Cubaan moet dagelijks sappelen om zijn kostje bij elkaar te harken. Cuba kent nog steeds het systeem van voedselbonnen. Goed voor wat rijst, eieren, bakolie (100ml), bloem, suiker en groente. Een pakket te weinig om van te leven, te veel om aan dood te gaan. Het maandelijkse inkomen van gemiddeld 500 Cubaanse Peso’s gaat op aan vlees, zoetigheden en brood.
Cuba kent een gescheiden valuta systeem. De Peso Convertible (Cuc) voor de toerist en de Pe-so’s National voor de Cubaan. De Convertible heeft de waarde van 1 euro. Inmiddels mogen ook Cubanen hun Peso’s National wisselen voor de convertible tegen een koers van 25 peso’s. Zo kunnen ze ‘ luxe’ goederen kopen, die alleen in Cuc’s te verkrijgen zijn. Omgerekend verdienen Cubanen zo’n 20 tot 30 euro per maand. Daarom scharrelen en husselen de meeste Cubanen dagelijks nog wat extra dollars bij elkaar. Sigaren, parkeerwacht, fietstaxi, gids, restaurant en kamerverhuur.
Auto’s van toeristen krijgen spontaan een wasbeurt, bij de ‘poorten van de stad’ staan Cubanen klaar om je naar een Casa Particular te begeleiden, bagage vindt vanzelf haar weg van auto naar habitation, dit alles in de hoop op een kleine vergoeding. Daarvan profiteren de wat meer gewiekste Cubanen. De meeste moeten het stellen met datgene wat het regiem te bieden heeft.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Wie denkt dat Cuba geen verschillen kent, komt bedrogen uit. Een kleine groep welgestelden kan zich veel permitteren. De rijkdom mag dan niet zichtbaar zijn in de vorm van een dure bolide, binnenshuis blijken Europese standaards norm. Binnen kan je verdwalen in een labyrint van neo klassieke vertrekken. Vaak aangevuld met kits prullaria waar Frans Bauer jaloers op zou zijn. Vaak zijn dit de goed geconserveerde villa’s uit het koloniale verleden. Maar Cuba kent ook zijn nieuwe rijken. Inwoners met paspoort, die wel kunnen reizen. Hoe ze het Cuba in hebben gekregen is mij een raadsel, maar het staat er allemaal. Dubbeldeurs koel-kasten met ijsblokjes machine, prachtig betegelde vloeren, luxe ingerichte badkamers, volledig ingerichte keuken tot grillplaat aan toe. Dit in schril contrast met het golfplaten hok als keuken in Santa Clara. De Casa Particular eigenaren profiteren het meest van de relatieve economische vrij-heid die er sinds enkele jaren bestaat en varen er wel bij. Evenals het regiem dat een belasting heft op Casa Particular van $100 usd per kamer per maand plus 10% van de opbrengst.
Interessant is de opkomst van een nieuwe jonge generatie ondernemers. Zij beginnen met niets maar starten toch een Casa Particular, een klein restaurant, een coffee bar of klein IT bedrijfje. In Santiago de Cuba kreeg ik een business kaart van een IT ondernemer in mijn handen gedrukt. Blijkbaar nadat hij mijn op mijn laptop zag werken. Veelal intellectuelen die na hun studie nauwe-lijks een droge boterham kunnen verdienen. Zij durven de beperkte economische vrijheid uit te dagen en springen in een niche. De alternatieve aanpak en sfeer van de nieuwe horeca gelegen-heden onderscheidt zich van de klassieke neo koloniale stijl en hebben zodoende een aantrek-kingskracht op de ‘nieuwe toerist’ maar nog meer mobiliseren zij een jongere generatie Cubanen. Zij die niet opgegroeid zijn met een levendige herinnering aan de revolutie, maar urenlang moeten wachten op transport. Zij die een Facebook pagina hebben, maar slechts sporadisch in kunnen loggen, zij die nog wel kunnen leven met de economische schaarste, maar die de permanente controle vanuit het regiem zat zijn. Deze jeugdige groep heeft de potentie dingen te veranderen, maar zijn tegelijkertijd een vat vol opgekropte woede. Het regiem probeert de Westerse jeugdcul-tuur buiten de deur te houden en dat zet kwaad bloed. Als er veranderingen komen, zullen zij daar zeker een rol in spelen.


Deja Vu’s

24 maart 2015

Het zijn zeker niet alleen de oldtimers die Cuba terugzetten in de jaren vijftig. Meer nog dan het straatbeeld zijn de interieurs sepia’s uit vergeelde tijden. De fauteuils, wandlampjes, bijzet tafeltjes, plafonnières, inrichting die naar oma ruikt. En dan de radiozenders, niet dat er geen hiphop te horen is, maar als je wilt waan je je ook via de radio in vroeg naoorlogse tijden. Strijkjes worden afgewisseld door Glenn Miller en West Side Story. Twee beelden gaven mij een deja vu uit mijn vroege jeugd. Hoewel het in één geval vooral de geur van teer was. Wanneer zien wij nog het teren van straten. Stoere mannen met overalls en indrukwekkende machines die je verbeelding prikkelde, maar waar je ver vandaan bleef. De straat werd geteerd en als jong jochie bleef je gefascineerd uren staan kijken. In Cuba teren ze nog straten en die geur van verse vloeibare teer is niet veranderd. Teer ruikt naar teer, naar hete vloeibare zwarte brij die zo mooi kon glimmen. En teer smaakt ook naar teer, niet naar drop, een wat afstandelijke, neutrale, uitgekauwde kauwgum smaak.
Het tweede gevalletje hoort meer bij de lente. Vroeger was ik altijd enigszins overstuur als ik dat zag. Wij begrepen niet hoe die honden met hun staarten aan elkaar vast konden zitten. En meestal ging dat gepaard met flink gejank. Als het onze hond betrof kwam mijn vader al vloekend met een emmer water naar buiten, mijn moeder verwijten hoe dat nou toch kan dat dat beest weer buiten los liep. In het huidige straatbeeld zie ik dat niet meer. In Cuba is dat normaal, alleen die emmer water ontbreekt. Na wat gejank blijven de beestjes rustig wachten, ieder een eigen kant opkijkend tot alles weer tot normale proporties is teruggebracht. Het gekke is, het zijn vooral de toeristen die blijven staan, wijzen en half lachend, half smuikend het toneel gade slaan. De Cubaan is blijkbaar meer gewend.
Ondanks de vijftiger jaren uitstraling, die men bewust cultiveert, is het leven sinds de eerste keer dat ik Cuba bezocht, nu zo’n 25 jaar geleden, sterk verbeterd. Ik kom de laatste 8 jaar veel in Afrika, maar die landen hebben nog een lange weg te gaan voordat men het Cuba niveau bereikt. Iedereen woont hier in een redelijk tot goed huis, met volop electra. De straten zijn schoon, de infrastructuur, vooral wegen zijn, door de bank genomen, van goede kwaliteit en zelfs de kleinste dorpjes zijn via verharde wegen bereikbaar. Straatverlichting is geen uitzondering en de mensen zijn redelijk gekleed. Bussen mogen dan wat ouder zijn dan onze Europese standaard, toch niet te vergelijken met de Dala Dala’s in Tanzania. Cuba heeft een sprong voorwaarts gemaakt, ondanks verveloze gebouwen. In één ding verschillend Cubanen en Afrikanen niet zoveel. Rommel gooien ze gewoon op straat. Het verschil is echter dat Cubaanse straten er keurig aangeveegd bijstaan en de straten in Dar es Salaam het spoor van de rommel volgen. Zelfs de perkjes tussen de vierbaans snelwegen zijn gemaaid en van prachtige bougainville voorzien. Het zou bijna je aandacht van de weg afleiden. Er mag in Cuba dan weinig klassenverschil bestaan, betere wijken onderscheiden zich wel degelijk van mindere wijken. Woonkazernes, waarvan elke stad is voorzien en zich vaak aan de periferie bevinden zijn er in overvloed. Een uniforme bouw, gestart als sociale woningbouw projecten. Mogelijk met steun van de toenmalige Sovjet Unie. Minder hoog maar kwa uitstraling vergelijkbaar met de Bijlmer. Velen staan er nu verpauperd bij en geven deze projecten, die als sociale experimenten begonnen zijn, een getto uitstraling. Daar komt bij dat de meeste Cubanen, noodgedwongen ongezond leven (zie mijn vorige blog) en de drank per definitie rijkelijk vloeit en de optelsom voor probleemwijken is snel gemaakt.
Ik heb een Cubaanse blogster bezocht. Zij is getrouwd met een schrijver. Zij kunnen zich permitteren om in een betere wijk te wonen. Een soort drive inn woningen. Ook in de jaren ’60 – ’70 van de vorige eeuw neergezet. Een keurige wijk, mooie tuintjes en bewoners die keurig op tijd hun hondjes uitlaten en de rommel opruimen. Een samenleving met verschillen maar basisbehoeften gratis beschikbaar voor iedereen. Alleen kritiek op het regiem blijft een heet hangijzer. Daarover, over de moeizame internet verbindingen, slechte restaurants en meer van dat westers kapitalistische geleuter volgende keer meer.


Taxi’s en vetzucht

21 maart 2015

Nog voordat ik goed en wel in zijn taxi zit, steekt hij al van wal. Het type dat geen blad voor de mond neemt of de kat uit de boom kijkt. Het hart op de tong en geen fan van El Commandante dat kan ik je verzekeren. Hij had er bijna zijn hele vermogen voor over om de relaties met USA te herstellen. Obama had hem hoop gegeven, maar voorlopig moet hij nog 18 uur per dag werken om zijn familie – is dat zijn gezin of zijn hele familie vroeg ik me af – maar voor dat soort onbenulligheden had de taxidriver geen tijd. Het moest veranderen en snel ook. Zijn taxi was van de government en zijn geld ging naar de government. Een fatsoenlijke boterham kon hij nauwelijks op tafel toveren. Geen kind van de revolutie, dat was wel duidelijk. Maar de taxidriver had nog veel meer in petto. Tussen neus en lippen door bleek hij 47 en drie mooie dochters te hebben. Nou, je begrijpt dat wekte mijn interesse. 24 -12 en drie maanden. Sinds kort opnieuw vader en opa tegelijk. Dat moet van zijn 24 jarige dochter zijn. Een doorzettertje, die komt er wel, met of zonder grote veranderingen. “Leuk gesprek” verzekerde hij mij en “zo kan ik mijn Engels goed oefenen”, liet hij me nog weten. Voor het geval de Amerikanen eerder komen dan verwacht, dacht ik bij het verlaten van de Taxi.

Plaza Vieja was twee straten verder. Een kippeneindje, maar je staat verstelt hoeveel dikke Cubanen je in zo’n stadswandeling tegen het lijf kan lopen. Veel dat kan ik je verzekeren. Hoe kunnen Cubanen zo dik zijn en de winkels volledig leeg, vroeg ik me af. Ja, zal jij denken, juist daarom. Maar zo makkelijk is het niet. Cuba krijgt een groot gezondheidsprobleem. De gezondheidszorg mag dan gratis zijn, aan preventieve voedingsadviezen heeft Fidel en consorten blijkbaar een broertje dood. Of misschien is mijn complot theorie nog veel erger. Fidel maakt de Cubanen verslaafd aan suiker en vet, als roes, om de werkelijke onderdrukking niet te hoeven voelen. Of om het volk gewoon rustig te houden, want een hongerig volk raakt opstandig.
Sinds ook de Cubanen hamburgers, ijs, kola en chocolade biscuit kunnen kopen zie ik ze niets anders meer eten. Vrouwen met dikke hangbuiken en koeiendijen, mannen met worst-armen en bierbuiken. Het één en ander wegspoelend met de nodige alcohol. Het jaren vijftig decor maakt de verpaupering extra zichtbaar. Kratten met kola en andere zoetige chemische frisdranken staan meters hoog opgestapeld in de winkels voor de gewone cubanen. Schappen zijn gevuld met zoetigheden, koekjes met vanille creme, chocolade creme, choco prinsen en de ouderwetse, goh hoe heten die dingen ook weer. Van die chocolade bolletjes vol met schuim. Negerzoen! Verder is er volop alcohol te koop en de nodige pasta producten. In de vitrine van de slagersafdeling liggen wat rollen boterhammen-worst. Waar wij een onsje laten snijden, neemt de Cubaan, indien voorradig, meteen twee hele worsten. Mini mercado’s worden ze genoemd, niet omdat het aantal m2 beperkt is, vaak zijn het lappen van winkels. Mini zal toch echt betrekking moeten hebben op het beperkte assortiment. Oh ja, de nodige zoute snacks, Cornuco-achtige wormen, zijn er ook in overvloed. Het kan niet anders of deze vetzucht leidt ook in Cuba tot de welbekende welvaartszieken. Zolang het regiem de statistische publicaties controleert, zal de Cubaan geen onsje minder eten. Maar een nationaal voedingsadvies is geen overbodige luxe. Begin met verse producten, groente en fruit. Overigens nergens te bekennen in de mini mercado’s. Pakistani krijgen nu een doctorsopleiding in Cuba. En ruim 4000 doctors werken voor vriend Chavez – inmiddels Maduro – Venezuela. Binnen enkele jaren kunnen al deze mensen in Cuba aan de slag om te redden wat er te redden valt.
Is het dan allemaal kommer en kwel, in het geheel niet, maar daarover een volgend blog.


Havana Vieja

13 maart 2015

Het is de derde keer dat ik Cuba bezoek. Het eerste bezoek was nog voor de val van de Berlijnse muur. Cuba was in die tijd nog sterk afhankelijk van de toenmalige Sovjet Unie. Maar ook de banden met Oost Duitsland waren sterk. Culturele en economische uitwisselingen hebben er voor gezorgd, dat een groep oudere Cubanen nog steeds Duits praat.
Het tweede bezoek was in 2008, de periode dat er iets meer economische vrijheid ontstond. Kleine zelfstandige ondernemingen werden oogluikend toegestaan. Dit leidde tot de Casa Particular, huiskamer restaurants en straatverkoop van vooral kunstnijverheid artikelen. Inmiddels hebben de straatventers, net als de muzikanten, de straten in Havana Vieja in beslag genomen. Net als de toeristen overigens. Oud Havana is uitgegroeid tot een tweede Florence. Gedurende de toeristische uren, meestal het heetst van de dag, onbegrijpelijk, bevolken drommen mensen de Obispo richting Plaza de Armas. De Mercaderes richting Plaza Vieja is volledig geblokkeerd omdat een groep Engels sprekende toeristen voor Casa Armeria uitleg krijgt met welk geweer Che Guevara de revolutie heeft gewonnen. Tijdens de warmste uren is het echt schuifelen geblazen. In deze tijd van het jaar is het vooral de grijze golf die de stad bezoekt. Hoewel ik ook regelmatig jonge stelletjes tegenkom. Na Columbus heeft nu de hele wereld Cuba ontdekt. Europa mag dan hofleverancier zijn, ook Zuid Amerikanen en Canadezen zijn verliefd op het eiland.
Raul Castro heeft de ontluikende middenstand steeds meer ruimte gegeven en dat is vooral zichtbaar in het grote aantal Casa Particular en het aantal restaurants. Alleen al in Havana zijn honderden B&B. Toeristen betalen in een munteenheid die in de rest van de wereld waardeloos is. De Cubaanse CUC. Het toeristische betalingsverkeer is volledig gescheiden van de reguliere Cubaanse Pesos. De CUC vormt een gesloten systeem waardoor de overheid volledige controle op de munteenheid heeft. Met de CUC’s die ik aan mijn B&B eigenaresse betaal is eigelijk waardeloos voor haar. Zij kan ze niet of nauwelijks besteden en als ze het doet beland ze in een zwart circuit. De CUC is voor toeristen. De ontvangen CUC’s moeten dus weer omgewisseld worden voor Cubaanse Pesos. Wat mijn hospita ontvangt is mij niet bekend, maar niet de Euro die ik voor elke CUC moet betalen. Zo brengt het toerisme de broodnodige deviezen om het land enigszins draaiende te houden. In vergelijk met mijn vorige bezoek is er ontegenzeggelijk economische vooruitgang. Er is meer bedrijvigheid en ook de doorsnee Cubaan kan een pizza op straat kopen. De schappen in de winkels blijven echter nagenoeg leeg. Soms komt er een voorraad schoenen of kleding waardoor er een stormloop op de winkels ontstaat. Rijen wachtenden. De luxe die de toerist ontvangt, is niet weggelegd voor de Cubaan in de straat. Maar daarover in mijn volgende blog meer.


Cuba is hot

8 maart 2015

Cuba is hot bij de traditionele vakantieganger en bij de meer doorgewinterde reiziger. Vliegtuigen zitten vol, huurauto’s overbooked en hotels ‘not available’. Obama heeft met zijn eerste voorzichtige toenadering een run op het nostalgische eiland veroorzaakt. Zelfs de ‘Casa Particular’ kunnen de aanstormende toerist nauwelijks verwerken. En deze equivalent van het oorspronkelijke Engelse B&B schieten als paddestoelen uit de grond. Havana telt inmiddels honderden Casa’s in allerlei soorten en maten. Van Penthouse in Old Havana tot een eenvoudige kamer in het wat volksere Vedado. Maar ook in alle andere Cubaanse steden kennen ze dit fenomeen inmiddels. Een aardige bijverdienste voor de Cubaanse burger en een aardige inkomstenbron voor de Cubaanse overheid. Want niets blijft onopgemerkt voor het repressieve regiem in Havana. Google ‘casa particular’ en batterij aan websites verschijnen, maar uiteindelijk lijkt daar toch een centrale regie achter te zitten www.bbinnvinales.com. Airbnb heeft in Havana nog geen voet tussen de deur kunnen krijgen, hoewel ze er wel rekening mee houden deze service naar het socialistische eiland uit te kunnen breiden. Havana is reeds opgenomen in hun zoekmachine maar geeft  geen resultaten. Handiger is de app van Cuba-Junky. Hier vind je alle Casa’s per regio helder geordend. De app is € 9,90 handig maar wel wat prijzig.
Een bezoek aan Cuba vraagt wel wat voorbereiding. Zeker als je de gangbare succesnummers wil combineren met Cubaanse iconen uit het recente verleden. In Havana is dat het Escuelas Nacionales de Arte, beter bekend als Instituto Superior de Arte. Het bevind zich in het uiterste westen van de stad. Een bijzonder gebouw en product van de Cubaanse revolutie.
Wat een aardige ingang kan zijn om meer het echte Cuba te leren kennen is via de site www.translatingcuba.com. Hier vind je Cubaanse bloggers die in het Engels vertaald zijn en meer achtergrond informatie over de verschillende bloggers. Via www.ezetop.com kun je bloggers steunen door hun telefoon credit wat aan te vullen. In twee drie klikken en 10 euro armer is dat zo gebeurd. Via soycuba.nl kun je ook leuke informatie krijgen over dans, muziek, yoga of Spaanse cursussen op Cuba. En links genoeg voor verdere informatie.
Vergeet trouwens niet een visum te halen, kan bij consulaat in Rotterdam.

foto – bibliotheek Sancti Spiritus (Cuba)

Nieuws

20 februari 2015

Cuba in Beeld
Ik ben niet de eerste en zeker niet de laatste die het Cubaanse leven in beeld probeert te vangen. Cuba lijkt een romantische luchtbel die de sfeer van de jaren ’50 ademt. De tijd waarin alles goed leek en ’the American dream’ nog geloofwaardig. De tijd waarin men de wereld nog kon ontdekken, waar verrassing en verwondering het kleine dagelijkse geluk bepaalde. Wereldleiders nog statuur hadden en geloofwaardigheid uitstraalde en het volk met een vanzelfsprekende naïviteit de leider vertrouwde.
Tot daar ineens in 1959 twee kwajongens – Fidel Castro en Che Guevara – de macht op het zonnige eiland grepen. De mafia, geen geringe tegenstander, werd het land uitgegooid en de Las Vegas achtige entourage met speeltafels, witwassen, bordelen, hoeren en snoeren opgedoekt. Het paste allemaal niet meer in de socialistische heilstaat van de nieuwe machthebbers.
Alleen het decor is gebleven en deze couleur local is als het ware in bevroren toestand geconserveerd. Als men nu door de straten van Havana loopt herinnert dat aan eind jaren ’50. Aan Eisenhower achter een retro microfoon, aan Amerikaanse oldtimer met verlegen meisjes en stoere jongen, een jeugdromance.Aan de eerste danslessen, aan de eerste Amerikaanse buitenwijken waar vrouwen verpieterde zodra manlief in zijn Cadillac naar zijn werk vertrok. Aan de rokerige jazzclubs waar zwarte musici een karig maal bij elkaar speelde. Cuba brengt je letterlijk terug in de tijd. Voor even stap je in de ongecompliceerde, ogenschijnlijke vrijheid van voor jou tijd, van horen zeggen, van oude beelden. Iets dat er was maar er nooit meer zal zijn.
Nu Obama en Castro toenadering hebben gezocht dreigt dit plaatje van overdadige nostalgie te verdwijnen. Of de cultuur van Coca Cola en McDonalds als een tornado over het eiland zal razen is moeilijk te zeggen. De kans is echter groot dat projectontwikkelaars de schone slaapster binnenkort met een stevige kus doet ontwaken, zodat alleen beelden nog kunnen verwijzen naar een ongecompliceerd, ogenschijnlijk vrij eiland dat Cuba heette.

9 maart vertrek ik voor drie weken naar Cuba voor een fotoreportage over het eiland. Als alles lukt wil ik uiteindelijk een fotoboek publiceren. Tijdens mijn reis zal ik een blog bijhouden dat op deze pagina te lezen is. En natuurlijk zal ik het blog voorzien van mijn meest recente foto’s over Cuba.


Expositie ‘ Een Monumentale Muziektempel’

Jacques heeft in November 2014 de foto documentaire over het Muziek Centrum van de Omroep afgerond. De foto’s zijn eind 2014 begin 2015 geëxposeerd op verschillende plaatsen in Hilversum waaronder Het Filmtheater, Het Muziekcentrum van de Omroep en de Bibliotheek. Voor de foto’s zie www.stichtingartefacts.nl